woensdag 5 augustus 2009

2. De vermissing van scheepskok Wim Quak

We schreven het al eerder, vermissingen hebben bij de politie geen hoge prioriteit. Ook de verdwijning van scheepskok/hofmeester Wim Quak is daar een sprekend voorbeeld van.
Wim Quak werkte als kok/hofmeester bij de Koninklijke Nedlloyd NV. Na meer dan 38 jaar voor deze rederij te hebben gevaren, zou hij in de maand januari 1992 met pensioen gaan. Hij verheugde zich erg op zijn pensioen en had samen met zijn vrouw Anneke allerlei plannen gemaakt voor de tijd dat hij voorgoed aan wal zou blijven. Financiële problemen kende het echtpaar niet en ook met de gezondheid van beiden was alles prima in orde. Wim en Anneke hadden in die tijd juist het ouderlijke huis van Wim in Oostvoorne gekocht en ze waren van plan een gedeelte van de grond te verkopen en op het resterende gedeelte een nieuw huis te bouwen. Kortom, de toekomst zag er zonnig voor hen uit.

De laatste reis van Wim voor zijn pensioen maakte hij met de M.S. Nedlloyd Neerlandia, een containerschip waarop hij slechts enkele keren eerder had gevaren. Dat schip was door de maatschappij voor hem uitgekozen omdat de lengte van de reis overeenkwam met de tijd die Wim nog moest werken voordat hij met pensioen ging.
Omdat het de laatste reis van Wim als zeeman was, had het paar besloten dat Anneke deze reis als passagier zou meemaken. Ook de eindbestemming van het schip, namelijk de Cariben, maakte dit een bijzondere reis voor beiden.

Het plan was dat Wim en Anneke Quak op 13 juni 1991 in Amsterdam zouden inschepen en dat het schip de volgende dag vanuit Amsterdam zou vertrekken. Toen ze echter op 13 juni 1991 in de avonduren bij het schip aankwamen, bleek dat het schip nog niet weg kon omdat er nog enkele reparaties uitgevoerd moesten worden.

Toen Wim Quak zijn nieuwe werkterrein aan boord wilde verkennen, bleek dat de kombuis van het schip op slot zat en dat was heel ongebruikelijk. Een kombuis hoort altijd open te zijn want er moet wat gedronken en gegeten kunnen worden als de bemanning daar behoefte aan heeft. Wat was de reden dat de kombuis op slot zat? Was er soms iets in de kombuis dat niet iedereen mocht zien?

De volgende bijzonderheid was dat de voorganger van Wim Quak nog steeds aan boord van het schip was en de voor Anneke en Wim Quak bestemde hut nog steeds in gebruik had. Hij was trouwens niet alleen nog aan boord, hij ging ook gewoon door met zijn werkzaamheden. Een situatie die Wim Quak nog nooit eerder meegemaakt had. De man wist toch al tijden dat hij op deze datum aan boord van de Neerlandia door Wim Quak zou worden vervangen.
Pas een dag later bleek Wim’s voorganger bereid van boord te vertrekken. Na zijn vertrek vond Wim Quak in een bureaulade een aantal faxen die Wim’s voorganger had gewisseld met de maatschappij. Nu werd een beetje duidelijk waarom de man zolang aan boord was gebleven. Uit de faxen bleek dat de man hemel en aarde bewogen had om toch maar aan boord te mogen blijven. Wat was de reden dat de man persé aan boord van dit schip wilde blijven? We kunnen er alleen maar naar raden.

Uiteindelijk vertrok het schip op 15 juni 1991 uit de haven van Amsterdam. Na tussenstops in Bremerhaven, Zeebrugge en Le Havre arriveerde het schip op 20 juni 1991 in de haven van Liverpool. De volgende dag kreeg het schip onverwachts bezoek van een speciale afdeling van de Engelse douane, de zogenaamde zwarte brigade. De douaniers hadden nauwelijks belangstelling voor de rest van het schip, maar de kombuis werd bijna volledig gesloopt. Uit de woorden van de douaniers begreep Wim Quak dat men informatie had gehad dat er in de kombuis een partij cocaïne was verstopt. Was dit soms de verklaring voor het feit dat de kombuis in Amsterdam op slot had gezeten? Als dat zo was, dan was de cocaïne inmiddels weggehaald want de douane vond niets. Die avond verliet het schip de haven van Liverpool weer en ging op weg naar het Caribisch gebied.

21 juni 1991
De volgende dag, vrijdag 21 juni 1991, was het weer iets onstuimiger maar zeker niet stormachtig, het was windkracht 5. Aan boord van een dergelijk groot schip merk je daar nauwelijks iets van. Er bestond dus geen kans dat je door de wind of de golven van het dek zou worden geworpen. Bovendien was de balustrade rond het schip ongeveer 1.20 meter hoog. Daar val je in niet zomaar overheen.
De dag verliep aanvankelijk zonder bijzonderheden maar tijdens de lunch vertelde Wim Quak tegen zijn vrouw dat hij die dag nog een gesprek naar de kapitein wilde hebben. Waarover hij met de kapitein wilde spreken, vertelde hij zijn vrouw niet, maar zij denkt dat het iets te maken had met het bezoek van de douane aan boord.
Die middag heeft Anneke Quak haar man geholpen met het pitten van de aardappelen die uit de schrapmachine kwamen. Omstreeks vijf uur is zij teruggegaan naar hun hut en heeft daar zitten handwerken tot circa half zeven.
Om die tijd ging Anneke Quak naar de kombuis om haar man te helpen met de afwas. Tot haar verrassing was haar man niet in de kombuis en ze kon hem ook nergens anders vinden. In de kombuis waren wel enkele Javaanse mannen aan het werk die zeiden dat ze niet wisten waar haar man was. Ook niemand van de officieren aan boord wist waar haar man was en het leek er op of het ook niemand interesseerde en dat is toch wel heel merkwaardig. Tijdens de avondmaaltijd verdwijnt de kok/hofmeester, zijn taken worden overgenomen door enkele Javaanse bemanningsleden en kennelijk vraagt niemand zich af waar de kok is gebleven.

De kapitein maakte het volgens Anne Quak helemaal bont, want toen zij hem vroeg of hij wist waar haar man was, antwoordde hij dat haar man vermoedelijk ergens in een hut een biertje zat te drinken. Toen Anneke hem vervolgens zei dat haar man zoiets nooit zou doen, draaide de kapitein zich om en ging hij samen met de hoofdboordwerktuigkundige en diens vrouw met de lift naar boven. Anneke moest het kennelijk in haar eentje uitzoeken.
De enige die zei dat hij haar man nog gezien had, was een van de personeelsleden van de machinekamer. Hij had vanwege zijn wachtdienst eerder gegeten dan de rest van de bemanning. De man vertelde haar dat hij om ongeveer zes uur nog met haar man koffie gedronken had en dat hij daarna naar de machinekamer vertrokken was. In het gesprek met haar man was hem niets bijzonders opgevallen.

Uiteindelijk werd er toch een zoekactie aan boord gestart, maar Wim Quak werd niet gevonden. Tijdens de zoekactie kon men in eerste instantie niet in de ruimtes komen waar het eten en de drank werden bewaard, omdat deze ruimtes aan de buitenzijde met hangsloten waren afgesloten en Quak de sleutels had. Uiteindelijk heeft men met een bijl de hangsloten vernield om in die ruimtes te komen. Dit is natuurlijk heel opmerkelijk. Waarom wilde men in die ruimtes kijken als men dacht dat er geen sprake was van een misdrijf. Iemand kan zichzelf toch niet insluiten als de sloten aan de buitenzijde van de deur zitten?

Wim Quak werd echter nergens aan boord gevonden. Pas toen besloot de kapitein om het schip te keren en terug te varen naar de plek waar ze omstreeks zes uur hadden gevaren. Op die plaats is gedurende enkele uren in samenwerking met andere schepen naar Wim Quak gezocht maar er werd niets gevonden. En daarmee was de zaak kennelijk afgedaan.

Anneke Quak wilde daarna zo snel mogelijk het schip verlaten. Het schip veranderde van koers en voer richting Azoren waar het op 25 juni 1991 arriveerde. Buiten de haven ging het schip voor anker, waarna er een klein motorbootje kwam om Anneke Quak van boord af te halen. Toen zij onderweg naar de loodsladder was, kreeg Anneke Quak van de eerste stuurman een briefje in haar handen gedrukt met daarop de coördinaten geschreven van de plaats waar haar man was verdwenen. Op het briefje stond behalve de coördinaten:

Vertrouwelijk
S.v.p. overschrijven in eigen handschrift
anders zou ik de zak kunnen krijgen


De stuurman zei er ook nog bij dat Anneke Quak het briefje moest overschrijven en daarna het origineel moest verscheuren. Ook voegde hij haar nog toe:
”Onthoudt het goed Anneke, je man heeft het niet zelf gedaan.”
Anneke Quak werd daarop naar de wal gebracht en vervolgens teruggevlogen naar Nederland. Kennelijk wist de stuurman meer over de verdwijning van Wim Quak en was hij bang zijn baan te verliezen als hij daar iets over zou zeggen. Anneke Quak heeft het originele briefje van deze stuurman nog steeds in haar bezit.
Tijdens de reis terug naar Nederland maakte Anneke een tussenstop in Lissabon en daar kwam zij in contact met een maatschappelijk werkster van de Nedlloyd. Deze vertelde haar dat zij verder niets hoefde te doen en dat de maatschappij alles zou regelen. De maatschappij zou ook officieel aangifte van vermissing van haar man doen. Maar later bleek dat dit nooit is gebeurd.

Een paar dagen nadat Anneke Quak in Nederland was aangekomen, kwam de maatschappelijk werkster bij haar thuis. Zij had papieren bij zich die Anneke moest tekenen. Op advies van haar zuster weigerde Anneke dat. Het antwoord van de maatschappelijk werkster was kort maar krachtig: “Nou als u dan niet tekent, dan komt er van nu af aan ook geen geld meer.” Daarna kreeg Anneke Quak inderdaad geen geld meer van Nedlloyd. Zij heeft toen een pro deo advocaat in de hand genomen en die heeft er voor gezorgd dat zij uiteindelijk toch een uitkering kreeg. Aan de vermissing van haar man wilde de advocaat echter niets doen.

Toen het schip de Neerlandia terug in Amsterdam was, maakte Anneke een afspraak om naar het schip te komen om, samen met haar dochter, met de bemanning te kunnen praten. Toen zij daar aankwamen, bleek dat een deel van de bemanning al weg te zijn. De kapitein was heel ongeïnteresseerd maar volgens Anneke wel erg nerveus. Bij het gesprek waren ook twee directeuren van de Nedlloyd aanwezig, de maatschappelijk werkster en een Javaanse dominee, die fungeerde als tolk tussen de Javanen en de Nederlanders. Toen Anneke Quak tijdens het gesprek aan de kapitein vroeg: “Waarom bent u zo laat omgedraaid” antwoordde hij: “Uw man was toen toch al dood.” Dat was natuurlijk een merkwaardig antwoord want hoe wist hij dat dan? Er was toch alleen maar sprake van een vermissing? Toen de dochter aan de kapitein vroeg waar het laatste gesprek van hem met haar vader over was gegaan antwoordde hij: “ Dat gaat je niks aan”. Een zeer merkwaardige reactie.
Later vroeg de dochter aan één van de directeuren van de rederij waarom alle bemanningsleden niet door de politie waren ondervraagd. Hij antwoordde dat dit niet gebeurd was omdat dit het vertrouwen tussen de overige bemanningsleden en de Nedlloyd zou schaden.
Daarna heeft Anneke nooit meer iets van Ned Lloyd of de politie over haar man gehoord.

Contacten met de politie
Anneke Quak heeft in de daarop volgende jaren zelf een aantal malen contact gehad met de politie.
In 1993 werd er door de slachtofferhulp een dag georganiseerd voor familieleden van vermiste personen. Deze dag werd gehouden op kasteel Essenburg te Hierden. Anneke raakte in gesprek met een rechercheur van de rijkspolitie. Tijdens het gesprek bleek haar dat haar man niet officieel als vermist vermeld stond. De rechercheur adviseerde haar toen om contact op te nemen met de plaatselijke politie. Dat heeft zij toen gedaan.

De tweede keer dat zij met de politie over de vermissing van haar man sprak, was ook in 1993. Zij sprak toen met een rechercheur uit Brielle. Deze nam zelf met haar contact op omdat hij de gegevens van haar man nodig had om hem officieel als vermist op te geven. Daarna heeft zij niets meer van deze rechercheur gehoord.

De derde keer dat zij met de politie sprak, was in 1998. Zij kwam toen in contact met een rechercheur uit Hellevoetsluis. Tijdens het gesprek bleek haar dat haar man nog steeds niet officieel als vermist was opgegeven. De rechercheur beloofde haar dat hij actie zou ondernemen. Hij zou ook het dossier opvragen van deze zaak dat volgens hem in Den Helder lag. Ook van deze rechercheur hoorde Anneke Quak nooit meer iets. Toen zij hem nadien nog eens naar de stand van zaken vroeg zei hij tegen haar: “ Ja, dit is ook eigenlijk mijn zaak niet. Ga maar naar de officier van justitie.”Later bleek dat ook hij niets had ondernomen.

Pas in 2004 is Wim Quak, via het Korps Landelijke Politie Diensten, officieel als vermist opgegeven. Men vertelde Anneke toen dat de politie Rotterdam kleding van haar man zou komen ophalen in de hoop dat ze daar nog DNA van haar man op zouden kunnen vinden, welk DNA ze zouden kunnen vergelijken met het DNA van aangespoelde lichamen van onbekende personen. Ook daarna hoorde ze niets meer van de politie.

Anneke Quak zegt nu over de verdwijning van haar man:
"Het de laatste reis van mijn man voor zijn pensioen en de toekomst zag er positief voor ons uit. Mijn man had dus geen enkele reden om zichzelf iets aan te doen. Op de dag dat mijn man van het schip verdween, was het rustig weer. Daarnaast was de balustrade rond het schip ongeveer 1.20 meter hoog. Door deze beide omstandigheden acht ik het onmogelijk dat mijn man per ongeluk overbood is gevallen. Ik ben er daarom van overtuigd dat mijn man aan boord van het schip om het leven is gebracht en dat daarna zijn lichaam overboord is gegooid.
Naar het motief voor de moord kan ik alleen maar raden, maar door de manier waarop de Engelse douane in de kombuis een onderzoek naar drugs uit Colombia heeft gedaan, vermoed ik dat het iets met de smokkel van cocaïne te maken heeft. De enige andere bijzonderheid, die ik me verder nog kan herinneren, is dat mijn man mij de dag van zijn verdwijning vertelde dat er beneden een hoop etenswaar erg oud was en dat die weggegooid moest worden. Misschien heeft mijn man bij het opruimen van die oude etenswaren wel iets ontdekt dat hij beter niet had kunnen ontdekken en was dat de reden dat hij met de kapitein wilde gaan praten. Misschien heeft hij daarom het weggooien van de oude etenswaren niet afgemaakt en is het om die reden overgenomen door één of meer van de Javaanse bemanningsleden.”


Het vermoeden dat de verdwijning van Wim Quak mogelijk te maken heeft met de smokkel van cocaïne aan boord het schip wordt nog versterkt door een gebeurtenis die plaatsvond op 3 januari 1994 in de haven van Amsterdam.
De douane betrapte die dag twee mannen die met 20 kg cocaïne van boord van de Nedlloyd Neerlandia kwamen. Een van de mannen was Heineken ontvoerder Jan Boelaard en de ander was een Javaans bemanningslid van het schip. Er ontstond toen een achtervolging waarbij één van de douaniers door Boelaard werd doodgeschoten.

Omdat de politie niet in beweging te krijgen was, hebben wij het verhaal van Anneke Quak voor haar op papier gezet. Door advocaat Job Knoester is er vervolgens officieel namens haar aangifte gedaan bij justitie. Bij de aangifte hebben wij onze analyse van deze zaak gedaan. Op de inhoud van die analyse kunnen wij op dit moment niet ingaan daar dat mogelijk het onderzoek zou kunnen schaden.
Daarnaast heeft journalise Jolande van der Graaf in De Telegraaf uitgebreid aandacht geschonken aan deze zaak. Een en ander heeft er toe geleid dat er nu na 18 jaar eindelijk een onderzoek is gestart door het Cold Case Team van de politie Rotterdam. We zullen samen met de advocaat van Anneke het onderzoek kritisch blijven volgen.