zaterdag 15 augustus 2009

3. De vermissing van Willeke Dost

Dit verhaal gaat over de destijds 15 jarige Willeke Dost. Zij verdween in de nacht van 14 op 15 januari 1992 uit de boerderij van haar pleegouders in het Drentse Koekange, een klein plaatsje in de buurt van Hoogeveen.
Haar verdwijning kreeg al in de loop der jaren al veel aandacht in de media.
De politie deed in 2004 nog een keer onderzoek, maar steeds was de vraag: “Wie heeft Willeke gezien? Er werden daarbij zelfs nieuwe fototechnieken gebruikt om te laten zien hoe Willeke er nu uit zou kunnen zien. dee vraag is echter of die tijd en dat geld wel goed is besteed? Naar onze mening niet. Wij denken dat de titel van dit stuk eigenlijk zou moeten luiden: “De niet onderzochte moord op Willeke Dost”. Want dat het hier om moord gaat en niet om welopen, is voor ons nauwelijks nog een vraag.

Eerst even iets over Willeke zelf.
Van Willeke Dost kan niet gezegd worden dat zij onder een gelukkig gesternte (op 26 november 1976 te Odoorn) was geboren. Al voor haar tweede verjaardag verongelukten haar ouders in het verkeer. Daarna volgde een lange aaneenschakeling van adopties, tehuisopnames en hulpverleningscontacten. Bij een bepaalde adoptie gedroeg Willeke zich zo afwijkend dat aangenomen werd dat zij slachtoffer was geworden van seksueel misbruik. Sinds een paar jaar was zij opgenomen in een pleeggezin te Koekange. Dit echtpaar woonde in een vrijstaande boerderij buiten de bebouwde kom. Zij hadden drie kinderen van zichzelf (1 uitwonende dochter, 1 uitwonende zoon en 1 inwonende zoon) en daarnaast ongeveer 15 pleegkinderen gehad, waarvan Willeke de laatste en nog enig inwonende was. Willeke volgde een opleiding op LBO-niveau in Meppel. Ze was door haar verleden een verlegen kind, dat moeizaam contacten legde. Ze had nauwelijks oog voor jongens en had één hartsvriendin, een meisje uit Staphorst.

Woensdagochtend 15 januari 1992
De pleegvader van Willeke stond die dag als eerste op want hij moest naar zijn werk. Normaal gesproken zette Willeke altijd haar wekker zodat ze niet geroepen hoefde te worden, maar omdat Willeke niet kwam ging haar pleegvader haar roepen. Dat was volgens hem om ongeveer kwart voor zeven. Als verklaring voor deze afwijking van de normale gang van zaken gaf de pleegvader later dat hij Willeke die ochtend in verband met het slechte weer met de auto naar school zou brengen. Het vreemde is echter dat het volgens de site van de KNMI die dag helemaal geen slecht weer was.
Daarnaast begonnen de lessen van Willeke die dag pas om twintig over tien, dus zou zij enkele uren te vroeg op school zijn gekomen. Wat had zij al die tijd op school moeten doen?

De pleegvader vertelde later tegen de politie dat, toen hij in de kamer van Willeke kwam, hij ontdekte dat Willeke ondanks het zeer vroege uur al weg was. Hem was wel opgevallen dat de wekker van Willeke nog niet was afgelopen maar nog wel aan stond, want het lampje brandde.
Als zijn verklaring juist is dan betekent dit dat Willeke ’s avonds wel de wekker voor die ochtend had gezet maar niet voor het tijdstip dat haar pleegvader haar naar school zou brengen. En waarom had zij dan de wekker niet uitgezet toen zij ‘s morgens vroeg opstond? Het zetten van de wekker wijst er in ieder geval niet op dat Willeke ’s avonds bij het naar bed gaan van plan was die nacht weg te lopen.

De pleegouders van Willeke verklaren later dat zij vervolgens in de schuur zijn gaan kijken en toen zagen dat de fiets van Willeke daar niet meer stond. Ze zeggen dat ze er toen vanuit gingen dat Willeke al op de fiets naar school was gegaan. Maar waarom zou Willeke op de fiets naar school zijn gegaan als haar pleegvader haar zou wegbrengen? Waarom zou zijn dan zo vroeg zijn weg gegaan als ze pas om twintig over tien op school hoefde te zijn? Het vreemde is bovendien dat de schoolspullen van Willeke nog in haar kamer lagen en dat Willeke die ochtend niet had ontbeten.
Hoewel de pleegouders later verklaarden dat ze op dat moment geen argwaan kregen en dachten dat Willeke gewoon naar school was gegaan, belde de pleegvader die dag enkele malen naar huis om te vragen hoe het met zijn vrouw was, ze was niet lekker die ochtend, en of ze al iets van Willeke hadden gehoord. Dat is opvallend gedrag als je zegt te denken dat Willeke gewoon op school zat.

Als Willeke ’s middags niet op de normale tijd uit school thuiskomt ondernemen de pleegouders nog steeds geen actie. Later zeggen ze dat ze dachten dat Willeke wel bij een vriendin zou zijn. Ook met het avondeten is Willeke nog niet thuis. Pas in het begin van de avond gaat men aan het rondbellen met vriendinnen, de school en de kinderbescherming. Niemand heeft Willeke echter die dag gezien.
Later zeggen de pleegouders dat ze toen direct de politie gebeld hebben maar dat klopt weer niet met de gegevens van de politie. Het blijkt dat de politie pas die woensdagavond na tien uur door de pleegouders is gebeld. Waarom hebben de pleegouders zo lang gewacht met het waarschuwen van de politie?

De politie reageerde direct op de melding en stuurde een surveillanceauto. Er wordt in en rond het huis wat gekeken, maar men vond geen spoor van Willeke. Wel bleek dat er een rugzak, een stapeltje net gewassen kleren van Willeke dat klaar lag om opgeborgen te worden en een foto van haar moeder verdwenen waren. De politie gaat er daarom, net als de pleegouders, van uit dat Willeke is weggelopen. Maar is dat ook zo? Niemand heeft Willeke, ondanks alle publiciteit, nadien ooit meer gezien. Haar papieren lagen nog thuis en er is nooit geld van haar rekening opgenomen. Waar zou ze dan van hebben moeten leven?

Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat Willeke is weggelopen. Veel wijst er op dat Willeke het slachtoffer is geworden van een misdrijf. Er zijn nog meer zaken die daar op wijzen maar het is niet verstandig dat wij die op dit moment hier bekend maken.

Staging
Maar hoe zit het dan met die sporen die er op zouden kunnen wijzen dat Willeke weggelopen is, zoals het meenemen van kleding, een foto van moeder en de fiets?

Wij denken dat hier sprake is van wat de Amerikanen “Staging the crimescène” noemen. Staging is het veranderen van een plaats delict met de bedoeling om de politie op het verkeerde spoor te zetten. Dat wordt veelal gedaan als de dader van een misdrijf denkt dat een onderzoek van de politie al snel in de richting van hem/haar zou wijzen. Men verandert dus een aantal zaken waardoor de politie op een verkeerd spoor kan worden gezet. In dit geval is dat duidelijk gelukt. Alle in deze zaak door de politie ontwikkelde activiteiten waren gericht op het terugvinden van de weggelopen Willeke.

Onderzoek 2004
In 2004 startte de politie Drenthe opnieuw een onderzoek naar de verdwijning van Willeke en men zocht daarbij op uitgebreid de publiciteit. De aanleiding voor het onderzoek was dat voordien het Landelijk Team Kindermoorden het dossier in deze zaak had onderzocht. Wij hebben het resultaat van het onderzoek gelezen maar dat stelde niet veel voor.

Om die reden heeft één van de schrijvers van dit stuk samen met een psychologe uit Assen een analyse van de zaak gemaakt waarin uitgebreid is beschreven waarom er sprake van een misdrijf en niet van weglopen is. Op deze analyse volgde geen enkele reactie.

Het gevolg was dan ook de politie in de publiciteit opnieuw uitging van het weglopen door Willeke. Uiteraard kwamen er daarop een groot aantal tips binnen van mensen die Willeke zegden gezien te hebben. Je kon de hele kaart van Nederland daarmee kleuren. Ook de nodige helderzienden en koffiedikkijkers melden zich, maar uiteindelijk leidde het allemaal tot niets. Weer einde onderzoek.

De zaak liet ons echter niet los en wij zochten een middel om eindelijk een serieus onderzoek op gang te krijgen. Dat middel vonden wij in de persoon van journaliste Jolande van der Graaf. In De Telegraaf op 9 mei 2009 heeft zij een uitgebreid artikel over deze zaak gepubliceerd. Nu werden politie en justitie in Drenthe wel wakker en er kwam er reactie via de persvoorlichter van de politie. Hij maakte duidelijk dat men onze informatie niet serieus nam en hij had daarbij over een gokcircuit.

Om deze reden hebben wij vervolgens een brief geschreven aan de heer Brouwer, de voorzitter van het College van PG’s. Deze brief werkte wel en ons is ondertussen duidelijk geworden dat onze analyse nu wel serieus wordt genomen. De politie is ondertussen begonnen met een nieuw onderzoek. Afwachten wat het deze keer oplevert.
We blijven de zaak kritisch volgen.

Kamervragen
Ook de Tweede Kamer heeft inmiddels interesse getoond. Door kamerlid Fred Teeven van de VVD werden over deze zaak schriftelijke vragen gesteld aan de minister van justitie. De antwoorden op deze vragen zijn op dit moment nog niet bekend. We komen daar uiteraard op terug.