vrijdag 30 oktober 2009
maandag 19 oktober 2009
Nieuw onderzoek naar verdwijning Willeke Dost
We schreven al eerder dat er volgens ons een nieuw onderzoek moest komen naar de verdwijning van Willeke Dost. Het 15 jarige meisje verdween in de nacht van 14 op 15 januari 1992 op raadselachtige wijze uit de woning van haar pleegouders in het Drentse Koekange. De politie Drenthe ging er in het verleden steeds van uit dat het meisje was weggelopen en mogelijk om die reden leverden eerdere onderzoeken naar de verdwijning van het meisje niets op.
Vandaag maakte de woordvoerder van de politie Drenthe bekend dat er nu een nieuw onderzoek is gestart naar de verdwijning van Willeke waarbij met alle mogelijke scenario's wordt rekening gehouden.
Hopelijk zal dit nieuwe onderzoek nu wel resultaat hebben en wordt er eindelijk duidelijk wat er destijds met het meisje is gebeurd.
Vandaag maakte de woordvoerder van de politie Drenthe bekend dat er nu een nieuw onderzoek is gestart naar de verdwijning van Willeke waarbij met alle mogelijke scenario's wordt rekening gehouden.
Hopelijk zal dit nieuwe onderzoek nu wel resultaat hebben en wordt er eindelijk duidelijk wat er destijds met het meisje is gebeurd.
zaterdag 10 oktober 2009
Wie heeft Micelle Mooij vermoord?
We schreven al eerder over de moord op Micelle Mooij in Warnsveld. Op verzoek van het dagblad De Stentor hebben we deze week een analyse gemaakt van deze zaak.
Inleiding
Voor de moord op pompbediende Micelle Mooij zijn op 10 februari 2004 door het Gerechtshof te Arnhem vier mensen veroordeeld, nadat ze eerst door de rechtbank Zutphen waren vrijgesproken.
Als de 4 veroordeelden deze moord niet gepleegd hebben dan loopt de dader van deze moord dus nog vrij rond. Wij proberen in deze analyse te laten zien met wat voor een soort delict wij hier te maken zouden kunnen hebben en wie er dan als meest waarschijnlijke verdachte in beeld zou komen. De gebruikte namen in deze analyse zijn fictief met uitzondering van de naam van het slachtoffer.
De situatie
Micelle Mooij werkt op de avond van 24 oktober 1985 alleen in het tankstation aan de Rijksstraatweg 123 te Warnsveld. Tussen 20.45 uur en 21.00 uur is vermoedelijk als laatste klant ene Rik Holtendorp in het tankstation geweest. Als hij weggaat blijft pompbediende Micelle achter met een andere klant met wie zij kennelijk een woordenwisseling heeft. De getuige weet niet meer of het daarbij om een man of een vrouw gaat, maar die persoon draagt een lange jas.
De werktijd van Micelle eindigt om 21.00 uur en het is aannemelijk dat ze ook daadwerkelijk om die tijd weggaat, want uit de registratie van het alarmsysteem van het tankstation blijkt dat het alarm om 21.01 uur is ingeschakeld en zij is die avond het enige aanwezige personeelslid.
Omstreeks 21.10 uur verlaten getuige Wassal, zijn vrouw en zijn schoonmoeder hun woning tegenover het tankstation en Wassal ziet dan de auto van Micelle naast het tankstation staan met het linkerportier open.
Aantreffen van het lichaam
Rond 21.20 uur, wordt het lichaam van Micelle gevonden door getuige Utske Amons. Het lichaam van Micelle ligt naast de auto met het hoofd in een plas bloed. Ze ligt gedeeltelijk onder het portier aan de bestuurderszijde, met het hoofd een stukje onder de auto. Verder ligt ze op haar linkerzij, de benen gedeeltelijk opgetrokken, met haar hoofd in de richting van de achterzijde van de auto. De motor van de auto loopt en de verlichting is ontstoken. Kennelijk is Micelle door de moordenaar verrast toen zij op het punt stond met haar auto weg te rijden.
Micelle heeft 9 steek/snijwonden aan het lichaam, maar er is door de dader vaker gestoken, zeker 15 maal, want ook de kleding van Micelle vertoont nog steekwonden. Daarnaast zijn er steekbeschadigingen aan het stuur van de auto gevonden zodat ook het aantal van 15 steken vermoedelijk niet juist is.
Het lijkt er op dat de dader Micelle uit de auto heeft willen trekken maar dat Micelle zich daar hevig tegen verzet heeft. Vermoedelijk heeft Micelle zich daarbij aan het stuur van de auto vastgehouden en heeft de dader die handen willen losmaken door er op in te steken. Zij heeft zich kennelijk flink verweerd want in het portier aan de passagierszijde zit een afdruk die vermoedelijk afkomstig is van de onderzijde van de schoen van Micelle en er zit ook een dergelijke afdruk tegen de binnenzijde van het dak van de auto.
De doodsoorzaak
Bij de sectie wordt vastgesteld dat Micelle is overleden ten gevolge van 2 steekwonden in de borst waardoor haar hart is geperforeerd.
De sporen
Door het NFI wordt in 2002/2003 alsnog een DNA-onderzoek gedaan aan de kleding van Micelle, iets wat in 1985 nog niet mogelijk was. Op twee plaatsen, de voorzijde van de rechter broekspijp en de linker schouder wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen van vermoedelijk Micelle en een onbekende persoon.
Het is zeer goed mogelijk dat deze sporen van de dader zijn, omdat ze juist op die plaats zitten waar je ze kunt verwachten, wanneer iemand probeert met geweld een persoon uit een auto te trekken.
Het onbekende DNA blijkt niet van de later veroordeelde verdachten te zijn.
Vlak bij de auto van Micelle is een stuk kauwgom gevonden dat in een plasje bloed lag. Het kauwgom bleek aan de hand van het gevonden DNA-profiel van een onbekende persoon te zijn. Of dit een daderspoor kan zijn hangt af van de manier waarop de kauwgom is aangetroffen. Mogelijk is aan de hand van de situatiefoto’s nog vast te stellen of het stukje kauwgom in het bloed is gevallen of dat het bloed op het reeds daar liggende stukje kauwgom is terecht gekomen. In het eerste geval kan het wel degelijk van de dader zijn, het is dan in ieder geval na of tijdens de moord daar terecht gekomen.
Het motief
Politie en justitie zijn er van uitgegaan dat het hier om een mislukte overval ging. Maar hoe waarschijnlijk is dat een overvaller wacht met het plegen van zijn overval tot zijn object is afgesloten en het alarm is ingesteld?
Bovendien bleken alle persoonlijke goederen van het slachtoffer, waaronder een geldbedrag en de sleutel van het tankstation nog in haar auto aanwezig waren toen zij werd gevonden.
Maar ook het gebruikte geweld zegt iets over het motief van de dader. Overvallers gebruiken geweld tegen hun slachtoffer meestal als middel om hun doel te bereiken. Hier wijst alles er echter op dat het gebruikte geweld het doel op zich was.
Het lijkt me daarom uitermate onwaarschijnlijk dat roof het motief is geweest.
Wat was dan wel het motief?
Het grote aantal steken en de manier waarop gestoken is zijn een sterke aanwijzing dat de dader een bekende van het slachtoffer was en dat er tussen beiden een ruzie is ontstaan waarbij de dader door het lint is gegaan.
Het opvallende is daarbij bovendien dat de dader zich niet alleen beperkt heeft tot het steken van het slachtoffer maar haar kennelijk ook uit de auto heeft willen trekken. Hoewel de kleding van het slachtoffer, buiten de steekgaten, nog op zijn plaats zat moet daarom niet worden uitgesloten dat de dader aanvankelijk een seksueel motief had om het slachtoffer te benaderen.
De mogelijke dader
Uit diverse getuigenverklaringen blijkt dat Micelle tijdens haar werk in het pompstation vaker benaderd werd door een man in een lange jas.
Haar broer, die ook bij het benzinestation werkt, vertelt de politie over een man uit de psychiatrische inrichting Groot Graffel, die vaker bij het benzinestation komt, maar niet om te tanken. De man wordt in het onderzoek De Jas genoemd omdat hij altijd in een lange regenjas loopt.
In de week voor de moord komt deze man meerdere malen bij het benzinestation waar Micelle werkt en als zij er dan zelf niet is, vraagt hij het aanwezige personeelslid, meestal deze broer, de groeten aan Michelle over te brengen. De broer geeft ook een signalement van de man met de lange jas:
een man van begin 30 jaar, 1.85 m lang, mager en hij had een pokdalig gezicht.
De echtgenoot van Micelle spreekt vermoedelijk ook over dezelfde man maar hij schat de man op ongeveer 40 jaar en een lengte van ongeveer 1.80 m. Net als de broer spreekt hij ook over de lange jas en het pokdalige gezicht van de man.
Volgens de broer is het een (ex)patiënt van Groot Graffel.
Het gedrag van de onbekende man is ook na de dood van Micelle opvallend. Haar echtgenoot verklaart tegen de politie dat de man hem min of meer stalkt door steeds door de straat te rijden en zelfs wel zijn neus tegen de ruit van de woning te drukken om zo naar binnen te kunnen kijken.
Ook getuige, Rik Holtendorp, de man die vermoedelijk de laatste klant van Micelle is geweest op de avond van haar dood, verklaart tegen de politie dat de persoon die met Micelle ruzie had een lange regenjas droeg. Volgens deze getuige was die persoon ongeveer even lang als hij zelf, 1.87 m., en had hij lang blond haar. Getuige weet echter niet meer of het om een man of een vrouw ging. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat deze getuige zich pas in 2002 met dit verhaal bij de politie meldt na een radiouitzending over de moord. De vraag is dus hoe betrouwbaar deze verklaring dan nog is.
Deze onbekende man met de lange jas, vermoedelijk een bewoner of ex-bewoner van de inrichting Groot Graffel, had dus kennelijk veel belangstelling voor het slachtoffer. Die belangstelling was kennelijk zelfs na de dood van Micelle niet voorbij. Bepaald opvallend gedrag dus, je zou het gedrag zelfs obsessief kunnen noemen.
Een dergelijk persoon met dit vreemde gedrag zou kunnen passen bij hetgeen er hier gebeurd is. Mogelijk was hij verliefd op het slachtoffer, werd zijn liefde door haar niet beantwoord en is een toenaderingspoging op 24 oktober 1985 volledig uit de hand gelopen. In ieder geval is dit iets dat zeker onderzocht had moeten worden.
Misschien heeft de politie dit ook wel onderzocht alleen staat er niets over in het dossier. Bekend is dat een rechercheur op 19 en 20 april 1988, 3 jaar na de moord op Micelle Mooij, in Groot Graffel op bezoek is geweest bij ene Martijn Roukes, een patiënt van die inrichting. Waarom de rechercheur deze man bezocht heeft is onbekend. Misschien ging het hier om de man met de lange jas.
Er is ook nog een getuige die rond de moord langs het tankstation rijdt, dat is buschauffeur Jilles Tweel. Hij wordt op 26 oktober 1985 door de politie verhoord. Hij vertelt op weg naar huis over de Rijksstraatweg in de richting van Vorden te zijn gereden. Volgens hem is het een paar minuten over negen als hij langs het betreffende benzinestation komt. Getuige ziet dan de Datsun van Micelle staan en naast deze auto staat een persoon. De lichten van de Datsun zijn volgens getuige dan nog niet aan.
Als hij afslaat richting Vorden ziet hij dat de lichten van de Datsun nu wel aan zijn. In de tijd dat getuige langs het tankstation rijdt is kennelijk het licht van de auto ingeschakeld en dat doet vermoeden dat er een bestuurder in de auto aanwezig is en dus niet naast de auto staat. Vermoedelijk heeft deze getuige daarom de dader naast de auto zien staan terwijl Micelle in de auto zit en het licht aan doet.
Over de persoon naast de auto weet getuige alleen te vertellen dat het vermoedelijk een langer persoon was en dat klopt weer met de beschrijving van de man met de lange jas.
Het door mij beschreven scenario is natuurlijk niet het enig mogelijke. Maar mijn stelling is dat je moet beginnen met het meest waarschijnlijk scenario te onderzoeken. Om die reden lijkt het mij logisch om deze man met de lange jas op te sporen en zijn DNA te vergelijken met het aangetroffen DNA van de onbekende persoon dat werd aangetroffen op de kleding van het slachtoffer.
Inleiding
Voor de moord op pompbediende Micelle Mooij zijn op 10 februari 2004 door het Gerechtshof te Arnhem vier mensen veroordeeld, nadat ze eerst door de rechtbank Zutphen waren vrijgesproken.
Als de 4 veroordeelden deze moord niet gepleegd hebben dan loopt de dader van deze moord dus nog vrij rond. Wij proberen in deze analyse te laten zien met wat voor een soort delict wij hier te maken zouden kunnen hebben en wie er dan als meest waarschijnlijke verdachte in beeld zou komen. De gebruikte namen in deze analyse zijn fictief met uitzondering van de naam van het slachtoffer.
De situatie
Micelle Mooij werkt op de avond van 24 oktober 1985 alleen in het tankstation aan de Rijksstraatweg 123 te Warnsveld. Tussen 20.45 uur en 21.00 uur is vermoedelijk als laatste klant ene Rik Holtendorp in het tankstation geweest. Als hij weggaat blijft pompbediende Micelle achter met een andere klant met wie zij kennelijk een woordenwisseling heeft. De getuige weet niet meer of het daarbij om een man of een vrouw gaat, maar die persoon draagt een lange jas.
De werktijd van Micelle eindigt om 21.00 uur en het is aannemelijk dat ze ook daadwerkelijk om die tijd weggaat, want uit de registratie van het alarmsysteem van het tankstation blijkt dat het alarm om 21.01 uur is ingeschakeld en zij is die avond het enige aanwezige personeelslid.
Omstreeks 21.10 uur verlaten getuige Wassal, zijn vrouw en zijn schoonmoeder hun woning tegenover het tankstation en Wassal ziet dan de auto van Micelle naast het tankstation staan met het linkerportier open.
Aantreffen van het lichaam
Rond 21.20 uur, wordt het lichaam van Micelle gevonden door getuige Utske Amons. Het lichaam van Micelle ligt naast de auto met het hoofd in een plas bloed. Ze ligt gedeeltelijk onder het portier aan de bestuurderszijde, met het hoofd een stukje onder de auto. Verder ligt ze op haar linkerzij, de benen gedeeltelijk opgetrokken, met haar hoofd in de richting van de achterzijde van de auto. De motor van de auto loopt en de verlichting is ontstoken. Kennelijk is Micelle door de moordenaar verrast toen zij op het punt stond met haar auto weg te rijden.
Micelle heeft 9 steek/snijwonden aan het lichaam, maar er is door de dader vaker gestoken, zeker 15 maal, want ook de kleding van Micelle vertoont nog steekwonden. Daarnaast zijn er steekbeschadigingen aan het stuur van de auto gevonden zodat ook het aantal van 15 steken vermoedelijk niet juist is.
Het lijkt er op dat de dader Micelle uit de auto heeft willen trekken maar dat Micelle zich daar hevig tegen verzet heeft. Vermoedelijk heeft Micelle zich daarbij aan het stuur van de auto vastgehouden en heeft de dader die handen willen losmaken door er op in te steken. Zij heeft zich kennelijk flink verweerd want in het portier aan de passagierszijde zit een afdruk die vermoedelijk afkomstig is van de onderzijde van de schoen van Micelle en er zit ook een dergelijke afdruk tegen de binnenzijde van het dak van de auto.
De doodsoorzaak
Bij de sectie wordt vastgesteld dat Micelle is overleden ten gevolge van 2 steekwonden in de borst waardoor haar hart is geperforeerd.
De sporen
Door het NFI wordt in 2002/2003 alsnog een DNA-onderzoek gedaan aan de kleding van Micelle, iets wat in 1985 nog niet mogelijk was. Op twee plaatsen, de voorzijde van de rechter broekspijp en de linker schouder wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen van vermoedelijk Micelle en een onbekende persoon.
Het is zeer goed mogelijk dat deze sporen van de dader zijn, omdat ze juist op die plaats zitten waar je ze kunt verwachten, wanneer iemand probeert met geweld een persoon uit een auto te trekken.
Het onbekende DNA blijkt niet van de later veroordeelde verdachten te zijn.
Vlak bij de auto van Micelle is een stuk kauwgom gevonden dat in een plasje bloed lag. Het kauwgom bleek aan de hand van het gevonden DNA-profiel van een onbekende persoon te zijn. Of dit een daderspoor kan zijn hangt af van de manier waarop de kauwgom is aangetroffen. Mogelijk is aan de hand van de situatiefoto’s nog vast te stellen of het stukje kauwgom in het bloed is gevallen of dat het bloed op het reeds daar liggende stukje kauwgom is terecht gekomen. In het eerste geval kan het wel degelijk van de dader zijn, het is dan in ieder geval na of tijdens de moord daar terecht gekomen.
Het motief
Politie en justitie zijn er van uitgegaan dat het hier om een mislukte overval ging. Maar hoe waarschijnlijk is dat een overvaller wacht met het plegen van zijn overval tot zijn object is afgesloten en het alarm is ingesteld?
Bovendien bleken alle persoonlijke goederen van het slachtoffer, waaronder een geldbedrag en de sleutel van het tankstation nog in haar auto aanwezig waren toen zij werd gevonden.
Maar ook het gebruikte geweld zegt iets over het motief van de dader. Overvallers gebruiken geweld tegen hun slachtoffer meestal als middel om hun doel te bereiken. Hier wijst alles er echter op dat het gebruikte geweld het doel op zich was.
Het lijkt me daarom uitermate onwaarschijnlijk dat roof het motief is geweest.
Wat was dan wel het motief?
Het grote aantal steken en de manier waarop gestoken is zijn een sterke aanwijzing dat de dader een bekende van het slachtoffer was en dat er tussen beiden een ruzie is ontstaan waarbij de dader door het lint is gegaan.
Het opvallende is daarbij bovendien dat de dader zich niet alleen beperkt heeft tot het steken van het slachtoffer maar haar kennelijk ook uit de auto heeft willen trekken. Hoewel de kleding van het slachtoffer, buiten de steekgaten, nog op zijn plaats zat moet daarom niet worden uitgesloten dat de dader aanvankelijk een seksueel motief had om het slachtoffer te benaderen.
De mogelijke dader
Uit diverse getuigenverklaringen blijkt dat Micelle tijdens haar werk in het pompstation vaker benaderd werd door een man in een lange jas.
Haar broer, die ook bij het benzinestation werkt, vertelt de politie over een man uit de psychiatrische inrichting Groot Graffel, die vaker bij het benzinestation komt, maar niet om te tanken. De man wordt in het onderzoek De Jas genoemd omdat hij altijd in een lange regenjas loopt.
In de week voor de moord komt deze man meerdere malen bij het benzinestation waar Micelle werkt en als zij er dan zelf niet is, vraagt hij het aanwezige personeelslid, meestal deze broer, de groeten aan Michelle over te brengen. De broer geeft ook een signalement van de man met de lange jas:
een man van begin 30 jaar, 1.85 m lang, mager en hij had een pokdalig gezicht.
De echtgenoot van Micelle spreekt vermoedelijk ook over dezelfde man maar hij schat de man op ongeveer 40 jaar en een lengte van ongeveer 1.80 m. Net als de broer spreekt hij ook over de lange jas en het pokdalige gezicht van de man.
Volgens de broer is het een (ex)patiënt van Groot Graffel.
Het gedrag van de onbekende man is ook na de dood van Micelle opvallend. Haar echtgenoot verklaart tegen de politie dat de man hem min of meer stalkt door steeds door de straat te rijden en zelfs wel zijn neus tegen de ruit van de woning te drukken om zo naar binnen te kunnen kijken.
Ook getuige, Rik Holtendorp, de man die vermoedelijk de laatste klant van Micelle is geweest op de avond van haar dood, verklaart tegen de politie dat de persoon die met Micelle ruzie had een lange regenjas droeg. Volgens deze getuige was die persoon ongeveer even lang als hij zelf, 1.87 m., en had hij lang blond haar. Getuige weet echter niet meer of het om een man of een vrouw ging. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat deze getuige zich pas in 2002 met dit verhaal bij de politie meldt na een radiouitzending over de moord. De vraag is dus hoe betrouwbaar deze verklaring dan nog is.
Deze onbekende man met de lange jas, vermoedelijk een bewoner of ex-bewoner van de inrichting Groot Graffel, had dus kennelijk veel belangstelling voor het slachtoffer. Die belangstelling was kennelijk zelfs na de dood van Micelle niet voorbij. Bepaald opvallend gedrag dus, je zou het gedrag zelfs obsessief kunnen noemen.
Een dergelijk persoon met dit vreemde gedrag zou kunnen passen bij hetgeen er hier gebeurd is. Mogelijk was hij verliefd op het slachtoffer, werd zijn liefde door haar niet beantwoord en is een toenaderingspoging op 24 oktober 1985 volledig uit de hand gelopen. In ieder geval is dit iets dat zeker onderzocht had moeten worden.
Misschien heeft de politie dit ook wel onderzocht alleen staat er niets over in het dossier. Bekend is dat een rechercheur op 19 en 20 april 1988, 3 jaar na de moord op Micelle Mooij, in Groot Graffel op bezoek is geweest bij ene Martijn Roukes, een patiënt van die inrichting. Waarom de rechercheur deze man bezocht heeft is onbekend. Misschien ging het hier om de man met de lange jas.
Er is ook nog een getuige die rond de moord langs het tankstation rijdt, dat is buschauffeur Jilles Tweel. Hij wordt op 26 oktober 1985 door de politie verhoord. Hij vertelt op weg naar huis over de Rijksstraatweg in de richting van Vorden te zijn gereden. Volgens hem is het een paar minuten over negen als hij langs het betreffende benzinestation komt. Getuige ziet dan de Datsun van Micelle staan en naast deze auto staat een persoon. De lichten van de Datsun zijn volgens getuige dan nog niet aan.
Als hij afslaat richting Vorden ziet hij dat de lichten van de Datsun nu wel aan zijn. In de tijd dat getuige langs het tankstation rijdt is kennelijk het licht van de auto ingeschakeld en dat doet vermoeden dat er een bestuurder in de auto aanwezig is en dus niet naast de auto staat. Vermoedelijk heeft deze getuige daarom de dader naast de auto zien staan terwijl Micelle in de auto zit en het licht aan doet.
Over de persoon naast de auto weet getuige alleen te vertellen dat het vermoedelijk een langer persoon was en dat klopt weer met de beschrijving van de man met de lange jas.
Het door mij beschreven scenario is natuurlijk niet het enig mogelijke. Maar mijn stelling is dat je moet beginnen met het meest waarschijnlijk scenario te onderzoeken. Om die reden lijkt het mij logisch om deze man met de lange jas op te sporen en zijn DNA te vergelijken met het aangetroffen DNA van de onbekende persoon dat werd aangetroffen op de kleding van het slachtoffer.
Labels:
gerechtelijke dwaling,
Micelle Mooij,
moord,
Warnsveld
vrijdag 9 oktober 2009
Moordenaar Christel Ambrosius veroordeeld
We schreven al eerder op deze site over de verdwijning op 6 augustus 1994 van Maria van der Zande uit Putten. We wezen daarbij op de overeenkomsten met de moord op Christel Ambrosius die in dezelfde plaats op 9 januari 1994 in de woning van haar oma aan de Driewegenweg te Putten verkracht en vermoord werd.
De moord op Christel Ambrosius lijkt nu te zijn opgelost. Hedenmorgen veroordeelde de rechtbank in Zutphen Ronald P. tot een gevangenisstraf van 15 jaar.
Hoewel de raadsman van Ronald P. gisterenavond in de uitzending van Pauw en Witteman, net als politie en justitie destijds, probeerde de aangetroffen sperma sporen in deze zaak, te bagatelliseren weten wij uit eigen onderzoek dat het wel degelijk om dadersporen ging. De onderzoeker van het NFI meldde ons destijds al dat hij in zijn loopbaan nog nooit zulke sterke spermasporen gevonden had als in deze zaak. De rechtbank was gelukkig dezelfde mening toegedaan.
Eindelijk gerechtigheid dus. Nu maar hopen dat ook de verdwijning van Maria van der Zande opnieuw aandacht zal krijgen.
De moord op Christel Ambrosius lijkt nu te zijn opgelost. Hedenmorgen veroordeelde de rechtbank in Zutphen Ronald P. tot een gevangenisstraf van 15 jaar.
Hoewel de raadsman van Ronald P. gisterenavond in de uitzending van Pauw en Witteman, net als politie en justitie destijds, probeerde de aangetroffen sperma sporen in deze zaak, te bagatelliseren weten wij uit eigen onderzoek dat het wel degelijk om dadersporen ging. De onderzoeker van het NFI meldde ons destijds al dat hij in zijn loopbaan nog nooit zulke sterke spermasporen gevonden had als in deze zaak. De rechtbank was gelukkig dezelfde mening toegedaan.
Eindelijk gerechtigheid dus. Nu maar hopen dat ook de verdwijning van Maria van der Zande opnieuw aandacht zal krijgen.
dinsdag 6 oktober 2009
Ina Post en haar "topadvocaat"
We willen nog eens terugkomen op de zaak van Ina Post.
Er zijn een aantal strafadvocaten in Nederland die in de media worden aangeduid als “topadvocaat”. Een van hen is strafpleiter Gerard Spong. Regelmatig is ook hij op de televisie te zien in de bekende praatprogramma’s en dan is hij graag bereid uitgebreid over zijn zaken te spreken. Kijkers moeten wel de indruk krijgen dat er geen betere pleitbezorger is dan deze advocaat. Op dit moment is hij weer veelvuldig in de media aanwezig omdat hij de verdediging op zich heeft genomen van een van oorsprong Argentijnse Transavia-piloot die destijds zou hebben meegewerkt aan de dodenvluchten van het Argentijnse regiem. Graag geeft hij zijn mening over de aanhouding van deze man.
Maar er zijn ook zaken waarover hij kennelijk liever niet spreekt. Een van de zaken die de laatste jaren nogal wat aandacht in de media heeft gekregen is de zaak van Ina Post. De Hoge Raad heeft inmiddels het vonnis vernietigd en de zaak terug verwezen naar het Gerechtshof in Den Bosch. De kans is daarmee groot geworden dat Ina Post na 23 jaar eindelijk haar herziening krijgt.
Hoewel Gerard Spong destijds als advocaat van Ina Post is opgetreden hebben wij hem nooit over deze zaak in de media gehoord en dat is toch vreemd zou je als buitenstaander zeggen.
Ina Post zelf vindt dat helemaal niet vreemd, zij wordt nog steeds woest als zij aan het optreden van deze “topadvocaat” in haar zaak denkt.
Lezing van de stukken leert dat advocaat Spong zich bij de verdediging van Ina Post bijna uitsluitend heeft gericht op vermeende fouten in de procedure in plaats van kritisch naar de inhoud van het dossier te kijken en goed te luisteren naar zijn cliënte. Als hij dat wel gedaan had, had hij als wij gezien dat de bekentenis van Ina Post niet klopte met de feiten, dat er in het dossier niets stond over het verzilveren van de cheques van de Nutsspaarbank bij V&D in Den Haag, dat de conclusies van het handschriftonderzoek niets voorstelde en dat hij hierover een contra-onderzoek had moeten vragen.
Hij had moeten zien dat er grote overeenkomsten waren tussen de diefstal van cheques van mevrouw Kolstee en de diefstal van cheques van mevrouw Veira twee jaar eerder.
Hij had moeten zien dat de politie de zaak Veira kennelijk verder niet had onderzocht terwijl toch duidelijk was dat het handschrift op de gestolen cheques in beide zaken van dezelde persoon afkomstig was.
Hem had toch moeten opvallen dat het wel heel vreemd was dat Ina Post wel voor de zaak Kolstee vervolgd werd maar niet voor de zaak Veira.
Maar niets van dit alles.
Ina Post was en is daarom zeer ontevreden over het optreden van haar raadsman en om die reden heeft zij op 8 januari 1988 een schriftelijke klacht tegen Spong ingediend bij de Raad van Toezicht voor de Orde van advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Op 6 april 1988 gaf advocaat Spong zijn schriftelijke reactie op de klacht van Ina Post.
In zijn brief aan de voorzitter van de Orde schrijft hij onder meer:
Het gebeurde in onze gesprekken regelmatig dat mevrouw Post bij confrontatie met belastend bewijsmateriaal en gevraagd naar commentaar daarop of in huilen uitbarstte of zich in stilzwijgen hulde.
Welk belastend bewijsmateriaal zou de raadsman hier bedoelen? Wij hebben dergelijke bewijzen niet in het dossier aangetroffen.
Uitvoerig en meerdere malen heb ik alle bewijsmiddelen aan haar voorgehouden en haar om commentaar gevraagd.
Uit den treure heb ik haar gesproken over het meest cruciale bewijsmiddel, te weten haar bekentenis. Mevrouw Post repeteerde steeds hetzelfde antwoord: zij was onschuldig, begreep niet dat er bewijs tegen haar was en had
een bekentenis afgelegd omdat ze bang was.
Dit gedeelte uit de brief van de raadsman zegt eigenlijk alles, de raadsman vond dat er voldoende bewijs tegen Ina Post was en dacht dat zij schuldig was. Het feit dat zij bleef volhouden onschuldig te zijn, vond hij kennelijk alleen maar lastig.
Toen mevrouw Post de fatale schrijfproef moest afleggen begon zij opmerkelijk hevig te zweten, hetgeen in het proces-verbaal is vastgelegd. Met mevrouw Post heb ik ook dit detail uitvoerig besproken. Haar verklaring luidde dat zij altijd bij het minste en geringste begon te zweten.
Ten aanzien van het gedrag van Ina Post tijdens de schrijfproef maakte de raadsman daarmee dezelfde fout als de politie, hij dacht kennelijk ook dat de zenuwen te maken hadden met de schuld van Ina Post. Kennelijk had de raadsman geen kritiek op de interpretatie van het OM ten aanzien van de uitslag van de schrijfproef, daarmee gaf hij aan de betekenis van het rapport van de schriftkundige over de schuldvraag niet doorgrond te hebben.
Misschien is het dus wel verstandig dat hij niets over de zaak van Ina Post zegt. Sommige zaken zijn gewoon niet uit te leggen.
Er zijn een aantal strafadvocaten in Nederland die in de media worden aangeduid als “topadvocaat”. Een van hen is strafpleiter Gerard Spong. Regelmatig is ook hij op de televisie te zien in de bekende praatprogramma’s en dan is hij graag bereid uitgebreid over zijn zaken te spreken. Kijkers moeten wel de indruk krijgen dat er geen betere pleitbezorger is dan deze advocaat. Op dit moment is hij weer veelvuldig in de media aanwezig omdat hij de verdediging op zich heeft genomen van een van oorsprong Argentijnse Transavia-piloot die destijds zou hebben meegewerkt aan de dodenvluchten van het Argentijnse regiem. Graag geeft hij zijn mening over de aanhouding van deze man.
Maar er zijn ook zaken waarover hij kennelijk liever niet spreekt. Een van de zaken die de laatste jaren nogal wat aandacht in de media heeft gekregen is de zaak van Ina Post. De Hoge Raad heeft inmiddels het vonnis vernietigd en de zaak terug verwezen naar het Gerechtshof in Den Bosch. De kans is daarmee groot geworden dat Ina Post na 23 jaar eindelijk haar herziening krijgt.
Hoewel Gerard Spong destijds als advocaat van Ina Post is opgetreden hebben wij hem nooit over deze zaak in de media gehoord en dat is toch vreemd zou je als buitenstaander zeggen.
Ina Post zelf vindt dat helemaal niet vreemd, zij wordt nog steeds woest als zij aan het optreden van deze “topadvocaat” in haar zaak denkt.
Lezing van de stukken leert dat advocaat Spong zich bij de verdediging van Ina Post bijna uitsluitend heeft gericht op vermeende fouten in de procedure in plaats van kritisch naar de inhoud van het dossier te kijken en goed te luisteren naar zijn cliënte. Als hij dat wel gedaan had, had hij als wij gezien dat de bekentenis van Ina Post niet klopte met de feiten, dat er in het dossier niets stond over het verzilveren van de cheques van de Nutsspaarbank bij V&D in Den Haag, dat de conclusies van het handschriftonderzoek niets voorstelde en dat hij hierover een contra-onderzoek had moeten vragen.
Hij had moeten zien dat er grote overeenkomsten waren tussen de diefstal van cheques van mevrouw Kolstee en de diefstal van cheques van mevrouw Veira twee jaar eerder.
Hij had moeten zien dat de politie de zaak Veira kennelijk verder niet had onderzocht terwijl toch duidelijk was dat het handschrift op de gestolen cheques in beide zaken van dezelde persoon afkomstig was.
Hem had toch moeten opvallen dat het wel heel vreemd was dat Ina Post wel voor de zaak Kolstee vervolgd werd maar niet voor de zaak Veira.
Maar niets van dit alles.
Ina Post was en is daarom zeer ontevreden over het optreden van haar raadsman en om die reden heeft zij op 8 januari 1988 een schriftelijke klacht tegen Spong ingediend bij de Raad van Toezicht voor de Orde van advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Op 6 april 1988 gaf advocaat Spong zijn schriftelijke reactie op de klacht van Ina Post.
In zijn brief aan de voorzitter van de Orde schrijft hij onder meer:
Het gebeurde in onze gesprekken regelmatig dat mevrouw Post bij confrontatie met belastend bewijsmateriaal en gevraagd naar commentaar daarop of in huilen uitbarstte of zich in stilzwijgen hulde.
Welk belastend bewijsmateriaal zou de raadsman hier bedoelen? Wij hebben dergelijke bewijzen niet in het dossier aangetroffen.
Uitvoerig en meerdere malen heb ik alle bewijsmiddelen aan haar voorgehouden en haar om commentaar gevraagd.
Uit den treure heb ik haar gesproken over het meest cruciale bewijsmiddel, te weten haar bekentenis. Mevrouw Post repeteerde steeds hetzelfde antwoord: zij was onschuldig, begreep niet dat er bewijs tegen haar was en had
een bekentenis afgelegd omdat ze bang was.
Dit gedeelte uit de brief van de raadsman zegt eigenlijk alles, de raadsman vond dat er voldoende bewijs tegen Ina Post was en dacht dat zij schuldig was. Het feit dat zij bleef volhouden onschuldig te zijn, vond hij kennelijk alleen maar lastig.
Toen mevrouw Post de fatale schrijfproef moest afleggen begon zij opmerkelijk hevig te zweten, hetgeen in het proces-verbaal is vastgelegd. Met mevrouw Post heb ik ook dit detail uitvoerig besproken. Haar verklaring luidde dat zij altijd bij het minste en geringste begon te zweten.
Ten aanzien van het gedrag van Ina Post tijdens de schrijfproef maakte de raadsman daarmee dezelfde fout als de politie, hij dacht kennelijk ook dat de zenuwen te maken hadden met de schuld van Ina Post. Kennelijk had de raadsman geen kritiek op de interpretatie van het OM ten aanzien van de uitslag van de schrijfproef, daarmee gaf hij aan de betekenis van het rapport van de schriftkundige over de schuldvraag niet doorgrond te hebben.
Misschien is het dus wel verstandig dat hij niets over de zaak van Ina Post zegt. Sommige zaken zijn gewoon niet uit te leggen.
maandag 5 oktober 2009
Verdwijning Wim Quak in Tros Vermist
Op vrijdag 2 oktober schonk het programma Vermist opnieuw aandacht aan de zaak van Wim Quak.
In de vooraankondiging van het programma stond:
KOK VERDWENEN OMDAT HIJ TEVEEL WIST
De in 1991 verdwenen scheepskok Wim Quak zou op zee overboord zijn gezet omdat drugssmokkelaars dachten dat hij een politie-informant was. Quak had mogelijk ontdekt wie er drugs aan boord van het schip brachten.
Op zijn laatste reis op 'De Neerlandia' werd de hofmeester gehoord door de Engelse douane die aan boord zocht naar drugs.
In TROS Vermist een onderzoek naar één van de toenmalige gezagvoerders van ‘De Neerlandia’ die actief is in de drugshandel in Zuid-Afrika.
Dat beloofde dus veel, kennelijk had de Tros zelf onderzoek gedaan en had men meer informatie gekregen over de verdwijning van Wim Quak. De werkelijkheid was echter anders. In de uitzending werd enen Ben Vandenberg uit Zuid-Afrika opgevoerd, volgens het onderschrift een correspondent.
Zijn verhaal kwam er op neer dat het volgens hem goed mogelijk was dat de kapitein van de Nedlloyd Neerlandia bij de verdwijning van Wim Quak betrokken was omdat deze volgens hem de kwalificaties daarvoor had. Welke kwalificaties dat dan waren liet de spreker in het midden.
Vervolgens vertelde hij dat hij met twee officieren van de douane had gesproken. Hoewel hij dat er niet bij vertelde, leek het er sterk op dat hij daarmee de douane van Liverpool bedoelde. Volgens deze douaniers zou Wim Quak destijds 's middags door de douane zijn meegenomen voor verhoor. Vandenberg vermoedde nu dat de bij de drugssmokkel betrokken opvarenden van de Nedlloyd Neerlandia daardoor het vermoeden hadden gekregen dat Wim Quak een politie-informant was en dat hij daardoor door hen overboord was gezet.
Vervolgens liet de Tros opnieuw beelden zien van een diner in Zuid-Afrika ter gelegenheid van de inauguratie in 1999 van de Zuid-Afrikaanse president. Daarbij was in een flits een man te zien die zou lijken op Wim Quak. Daarmee werd dus de indruk gewekt dat Wim Quak nog in leven is en in Zuid-Afrika verblijft. Kennelijk zijn er mensen die denken dat Wim Quak destijds vanuit de Ierse Zee naar Zuid-Afrika is gezwommen.
Hoe deze beide items met elkaar te rijmen zijn, is ons niet duidelijk. Aan de ene kant wordt gesteld dat Wim Quak vanwege contacten met de politie overboord is gezet en in het andere item dat hij nog leeft.
Kortom, het hele item stelde niets voor en dat is jammer want de zaak is ernstig genoeg. Nu maar hopen dat de politie Rotterdam deze onzin niet serieus neemt en gewoon eerst alle opvarenden van de Nedlloyd Neerlandia gaat horen.
In de vooraankondiging van het programma stond:
KOK VERDWENEN OMDAT HIJ TEVEEL WIST
De in 1991 verdwenen scheepskok Wim Quak zou op zee overboord zijn gezet omdat drugssmokkelaars dachten dat hij een politie-informant was. Quak had mogelijk ontdekt wie er drugs aan boord van het schip brachten.
Op zijn laatste reis op 'De Neerlandia' werd de hofmeester gehoord door de Engelse douane die aan boord zocht naar drugs.
In TROS Vermist een onderzoek naar één van de toenmalige gezagvoerders van ‘De Neerlandia’ die actief is in de drugshandel in Zuid-Afrika.
Dat beloofde dus veel, kennelijk had de Tros zelf onderzoek gedaan en had men meer informatie gekregen over de verdwijning van Wim Quak. De werkelijkheid was echter anders. In de uitzending werd enen Ben Vandenberg uit Zuid-Afrika opgevoerd, volgens het onderschrift een correspondent.
Zijn verhaal kwam er op neer dat het volgens hem goed mogelijk was dat de kapitein van de Nedlloyd Neerlandia bij de verdwijning van Wim Quak betrokken was omdat deze volgens hem de kwalificaties daarvoor had. Welke kwalificaties dat dan waren liet de spreker in het midden.
Vervolgens vertelde hij dat hij met twee officieren van de douane had gesproken. Hoewel hij dat er niet bij vertelde, leek het er sterk op dat hij daarmee de douane van Liverpool bedoelde. Volgens deze douaniers zou Wim Quak destijds 's middags door de douane zijn meegenomen voor verhoor. Vandenberg vermoedde nu dat de bij de drugssmokkel betrokken opvarenden van de Nedlloyd Neerlandia daardoor het vermoeden hadden gekregen dat Wim Quak een politie-informant was en dat hij daardoor door hen overboord was gezet.
Vervolgens liet de Tros opnieuw beelden zien van een diner in Zuid-Afrika ter gelegenheid van de inauguratie in 1999 van de Zuid-Afrikaanse president. Daarbij was in een flits een man te zien die zou lijken op Wim Quak. Daarmee werd dus de indruk gewekt dat Wim Quak nog in leven is en in Zuid-Afrika verblijft. Kennelijk zijn er mensen die denken dat Wim Quak destijds vanuit de Ierse Zee naar Zuid-Afrika is gezwommen.
Hoe deze beide items met elkaar te rijmen zijn, is ons niet duidelijk. Aan de ene kant wordt gesteld dat Wim Quak vanwege contacten met de politie overboord is gezet en in het andere item dat hij nog leeft.
Kortom, het hele item stelde niets voor en dat is jammer want de zaak is ernstig genoeg. Nu maar hopen dat de politie Rotterdam deze onzin niet serieus neemt en gewoon eerst alle opvarenden van de Nedlloyd Neerlandia gaat horen.
woensdag 16 september 2009
Imago of waarheid? 2.
De Warnsveldse pompmoord.
Op 24 oktober 1985 werd ’s avonds rond negen uur de 28 jarige Micelle Mooij in Warnsveld met messteken van het leven beroofd. Het slachtoffer had die avond gewerkt in een tankstation en stond op het punt met haar auto weg te rijden toen zij werd vermoord. Ondanks het inzetten van het Recherche Bijstand Team Gelderland werd de moord niet opgelost. De politie dacht aan roof als motief maar dat lijkt heel onlogisch want er werd niets vermist en het slachtoffer werd overvallen nadat ze het tankstation al afgesloten had.
Daarnaast hebben overvallers niet direct de neiging om iemand te overvallen terwijl hij of zij al in de auto zit. Nee, de manier waarop het feit is gepleegd doet veel meer denken aan een misdrijf in de relatiesfeer. Iemand heeft het slachtoffer in haar auto opgewacht en deze ontmoeting is helemaal uit de hand gelopen.
Hoe het ook zij, de zaak bleef onopgelost en het dossier ging, zoals destijds gebruikelijk was, naar het archief. Zaak gesloten.
In 2001 kreeg de politie een tip binnen over de zaak. De tipgever bleek een ex-psychiatrische patiënt die al vaker in deze zaak getipt had maar door de politie nooit serieus was genomen. Nu nam men hem ineens wel serieus, naar de reden daarvoor kunnen we slechts raden.
Een groot probleem was dat het oude dossier in deze zaak verdwenen bleek te zijn, dus had de politie alle moeite de gegevens over de moord boven tafel te krijgen. Maar uiteindelijk vond men het één en ander.
Een onderzoek werd gestart en het kwam zelfs tot de aanhouding van vier verdachten. Er waren geen sporen en er waren geen getuigen, zodat de politie de zaak alleen `rond` krijgen als de verdachten zouden bekennen.
Na tientallen verhoren kwamen er uiteindelijk enkele verklaringen op tafel die politie en justitie als bekentenis kwalificeerden. De belangrijkste verklaringen kwamen van ene Heini K.
De rechtbank in Zutphen geloofde niets van de bekentenissen en sprak het viertal in 2003 vrij. Het gerechtshof in Arnhem dacht daar echter anders over en veroordeelde drie verdachten tot acht jaar celstraf en de vierde, Heini K. tot zes jaar.
Peter van Koppen heeft onlangs een boek geschreven over deze ` Warnsveldse pompmoord`. In dit boek schrijft hij dat de verdachten zonder enig bewijs zijn veroordeeld. Hij stelt onder meer dat de belangrijkste bekentenis, die van Heini K., een onzinverhaal is.
Heini verklaarde eerst dat hij buiten stond toen hij hoorde dat het slachtoffer in het tankstation werd vermoord. Volgens de verhoorders klopte dat niet dus veranderde Heini zijn verklaring en herinnerde zich plotseling dat het buiten was gebeurd.
Maar ja, daarmee was hij er nog niet, want de verhoorders vroegen toen wat het slachtoffer daar deed. Nou dat wist Heini wel, het slachtoffer liep volgens hem naar haar bromfiets. Maar ook nu zat hij er volgens de verhoorders naast want het slachtoffer was met de auto.
Geen probleem vond Heini en hij verklaarde daarop dat het slachtoffer was vermoord terwijl ze naar haar auto liep. Weer mis, want de verhoorders houden hem voor dat het slachtoffer al in haar auto zat toen zij werd neergestoken.
Natuurlijk, nu herinnerde Heini het zich weer, het slachtoffer was in haar auto doodgestoken. Klopt zei de politie, ronde zaak.
Als de zaak niet zo ernstig was, zou je in lachen uitbarsten. Wat heeft dit met waarheidsvinding te maken?
Eén van veroordeelden is Godfried van Haut. Hij ontkende toen en nu bij hoog en laag iets met de moord te maken te hebben. Maar ook hij werd veroordeeld. Over hem was ook een verklaring afgelegd door een ex-vriendin met wie hij een avondje had zitten doorzakken. In een dronken bui zou hij toen tegen haar verteld hebben dat hij verkering had gehad met Janis Joplin en een keer een moord had gepleegd. Nou dat eerste klopte natuurlijk niet, dat wist de politie ook wel, maar het tweede kwam mooi van pas. Dat was dus een bekentenis en mede daarop werd Godfried veroordeeld.
Degenen die mochten denken dat Warnsveld ergens in een eng ver land ligt hebben het mis. Warnsveld ligt gewoon in Nederland, vlak bij Zutphen en we hebben het over Nederlandse politie, justitie en rechters.
Op 24 oktober 1985 werd ’s avonds rond negen uur de 28 jarige Micelle Mooij in Warnsveld met messteken van het leven beroofd. Het slachtoffer had die avond gewerkt in een tankstation en stond op het punt met haar auto weg te rijden toen zij werd vermoord. Ondanks het inzetten van het Recherche Bijstand Team Gelderland werd de moord niet opgelost. De politie dacht aan roof als motief maar dat lijkt heel onlogisch want er werd niets vermist en het slachtoffer werd overvallen nadat ze het tankstation al afgesloten had.
Daarnaast hebben overvallers niet direct de neiging om iemand te overvallen terwijl hij of zij al in de auto zit. Nee, de manier waarop het feit is gepleegd doet veel meer denken aan een misdrijf in de relatiesfeer. Iemand heeft het slachtoffer in haar auto opgewacht en deze ontmoeting is helemaal uit de hand gelopen.
Hoe het ook zij, de zaak bleef onopgelost en het dossier ging, zoals destijds gebruikelijk was, naar het archief. Zaak gesloten.
In 2001 kreeg de politie een tip binnen over de zaak. De tipgever bleek een ex-psychiatrische patiënt die al vaker in deze zaak getipt had maar door de politie nooit serieus was genomen. Nu nam men hem ineens wel serieus, naar de reden daarvoor kunnen we slechts raden.
Een groot probleem was dat het oude dossier in deze zaak verdwenen bleek te zijn, dus had de politie alle moeite de gegevens over de moord boven tafel te krijgen. Maar uiteindelijk vond men het één en ander.
Een onderzoek werd gestart en het kwam zelfs tot de aanhouding van vier verdachten. Er waren geen sporen en er waren geen getuigen, zodat de politie de zaak alleen `rond` krijgen als de verdachten zouden bekennen.
Na tientallen verhoren kwamen er uiteindelijk enkele verklaringen op tafel die politie en justitie als bekentenis kwalificeerden. De belangrijkste verklaringen kwamen van ene Heini K.
De rechtbank in Zutphen geloofde niets van de bekentenissen en sprak het viertal in 2003 vrij. Het gerechtshof in Arnhem dacht daar echter anders over en veroordeelde drie verdachten tot acht jaar celstraf en de vierde, Heini K. tot zes jaar.
Peter van Koppen heeft onlangs een boek geschreven over deze ` Warnsveldse pompmoord`. In dit boek schrijft hij dat de verdachten zonder enig bewijs zijn veroordeeld. Hij stelt onder meer dat de belangrijkste bekentenis, die van Heini K., een onzinverhaal is.
Heini verklaarde eerst dat hij buiten stond toen hij hoorde dat het slachtoffer in het tankstation werd vermoord. Volgens de verhoorders klopte dat niet dus veranderde Heini zijn verklaring en herinnerde zich plotseling dat het buiten was gebeurd.
Maar ja, daarmee was hij er nog niet, want de verhoorders vroegen toen wat het slachtoffer daar deed. Nou dat wist Heini wel, het slachtoffer liep volgens hem naar haar bromfiets. Maar ook nu zat hij er volgens de verhoorders naast want het slachtoffer was met de auto.
Geen probleem vond Heini en hij verklaarde daarop dat het slachtoffer was vermoord terwijl ze naar haar auto liep. Weer mis, want de verhoorders houden hem voor dat het slachtoffer al in haar auto zat toen zij werd neergestoken.
Natuurlijk, nu herinnerde Heini het zich weer, het slachtoffer was in haar auto doodgestoken. Klopt zei de politie, ronde zaak.
Als de zaak niet zo ernstig was, zou je in lachen uitbarsten. Wat heeft dit met waarheidsvinding te maken?
Eén van veroordeelden is Godfried van Haut. Hij ontkende toen en nu bij hoog en laag iets met de moord te maken te hebben. Maar ook hij werd veroordeeld. Over hem was ook een verklaring afgelegd door een ex-vriendin met wie hij een avondje had zitten doorzakken. In een dronken bui zou hij toen tegen haar verteld hebben dat hij verkering had gehad met Janis Joplin en een keer een moord had gepleegd. Nou dat eerste klopte natuurlijk niet, dat wist de politie ook wel, maar het tweede kwam mooi van pas. Dat was dus een bekentenis en mede daarop werd Godfried veroordeeld.
Degenen die mochten denken dat Warnsveld ergens in een eng ver land ligt hebben het mis. Warnsveld ligt gewoon in Nederland, vlak bij Zutphen en we hebben het over Nederlandse politie, justitie en rechters.
Abonneren op:
Posts (Atom)